Wanneer invoerrechten plotseling een rechtvaardiging worden
De gamingwereld is in rep en roer: Microsoft heeft opnieuw een prijsverhoging aangekondigd voor zijn Xbox-consoles in de VS. Officieel motiveert het bedrijf deze stap met “veranderingen in de macro-economische omgeving”. Concrete factoren zoals invoerrechten worden echter niet genoemd. Voor veel fans klinkt dit als een vage verklaring, vooral omdat de prijzen van consoles al jarenlang gestaag stijgen.
Mike Ybarra, voormalig president van Blizzard en voorheen vicepresident van de gamingdivisie van Microsoft, is bijzonder kritisch. In een veelbesproken bericht verklaarde hij: “Prijsverhogingen voor consoles zijn geen douaneproblemen, maar winstproblemen.” Hij kon de prijsaanpassingen in mei 2025 nog begrijpen, omdat deze inderdaad verband hielden met de toen verscherpte douanerechten. Deze keer ziet hij echter een andere motivatie.
Console price increases are not tariff issues, they are profit issues. And the reason why profits are not where they should be is a far, far deeper issue vs. the tariff excuse.
— Mike Ybarra 😇 (@Qwik) 19 september 2025
Ybarra zegt openlijk wat veel gamers vermoeden: “Een excuus om de prijzen verder te verhogen zonder dat er nieuwe tariefverhogingen zijn, is gewoon een ander probleem. En ze zullen de consument blijven laten betalen voor deze problemen.” Zijn woorden raken een gevoelige snaar in de community, die steeds meer de indruk krijgt dat de concurrentie tussen Xbox en PlayStation ten koste gaat van de kopers.
Recordomzetten, stijgende prijzen – en onrustige fans
De cijfers spreken het beeld van een financieel geplaagde gamingdivisie tegen. Onlangs meldde Microsoft een omzetstijging van 18 procent, terwijl de Xbox Game Pass alleen al bijna 5 miljard dollar opbracht. Voor Ybarra is het daarom duidelijk: het probleem ligt niet bij externe omstandigheden, maar bij interne winstdoelstellingen.
Voor Amerikaanse klanten betekent de aanpassing aanzienlijke extra kosten. Een Xbox Series X kost nu 649,99 dollar, de digitale versie 599,99 dollar. Zelfs de compactere Series S kost inmiddels tussen de 399,99 en 449,99 dollar – prijzen die ver boven de oorspronkelijke instapprijs liggen.
Ook Sony volgt: in augustus werden de PS5-prijzen al verhoogd. De Pro-versie van de console overschrijdt met 749,99 dollar zelfs de grens van 700 dollar. Daarmee zet een trend zich voort die nauwelijks nog te stoppen lijkt: hogere prijzen ondanks groeiende omzetten.
Veel gamers vragen zich nu af waar deze ontwikkeling toe zal leiden. Terwijl fabrikanten verwijzen naar wereldwijde crises, invoerrechten of productiekosten, blijven critici zoals Ybarra ervan overtuigd dat uiteindelijk altijd de consument de rekening betaalt.